Ik ben Hackers and Painters van Paul Graham aan het lezen. Eén van de essays in dit boek gaat over taboes. Iedere menselijke samenleving heeft ze onontkoombaar en Graham daagt je uit om er heel bewust naar te zoeken. Om het onbespreekbare in je eigen hoofd bespreekbaar te maken en zo tot (kleine) vernieuwende ideeën te komen.
Nadenken over wat onbespreekbaar is…
Denk daar maar eens over na, ja. Waar kun je beter je mond over houden, als je niet wilt dat ‘iedereen’ over je heen valt? Die vraag beantwoorden, kan best lastig zijn. Taboes van de cultuur waarin je opgroeit, internaliseer je automatisch. Ze zitten (onbewust) besloten in plaatselijke gebruiken en gewoonten. Paul Graham verwoordt die onzichtbaarheid treffend:
Have you ever seen an old photo of yourself and been embarrassed at the way you looked? Did we actually dress like that?! We did. And we had no idea how silly we looked. It’s the nature of fashion to be invisible, in the same way the movement of the earth is invisible to all of us riding it.
What scares me is that there are moral fashions too. They’re just as arbitrary and just as invisible to most people. But they’re more dangerous. Fashion is mistaken for good design; moral fashion is mistaken for good. Dressing oddly gets you laughed at. Violating moral fashions can get you fired, ostracized, imprisoned or even killed.
Soms weet je heel goed wat onbespreekbaar is, maar is het zo vanzelfsprekend dat je er simpelweg niet bij stilstaat. Geen ‘vieze’ woorden gebruiken in het bijzijn van kleine kinderen bijvoorbeeld. Eigenlijk doe je dan alsof dat onderdeel van de taal niet bestaat. Als ze ouder worden en er ineens volop mee geconfronteerd worden, kan dat best even schrikken zijn.
Het gaat er niet om alles wat onbespreekbaar is hardop uit te spreken
Pas daar vooral mee op, tenzij je je graag overal en nergens wilt verantwoorden en verdedigen. Met ‘What You Can’t Say’ wil Paul Graham je stil laten staan bij je eigen conformistische inslag. Hij stelt dat je (on)kunde om heersende overtuigingen ter discussie te stellen, gecorreleerd is aan je (on)vermogen om tot hele goeie ideeën te komen. Dat klinkt plausibel.
Want kijk maar eens door gewoontes en aannames heen. De stommiteiten uit het verleden zijn helder. De zon draait niet om de aarde, nee. Dachten ze dat in de 15e eeuw?! Een stuk recenter: in de 19e eeuw (!) geloofde men nog dat infecties door slechte lucht veroorzaakt werden. Remedie: parfum. Hygiëne moest eerst bedacht worden om toegepast te kunnen worden.
Hoe zou je het ondenkbare denken kleinschalig kunnen toepassen?
Zo willen we best graag originele, rendabele én uitvoerbare ideeën hebben voor onze business. In ons post-industriële tijdperk wordt er veel waarde gehecht aan individuele creativiteit. Een eigenschap die computers en machines vooralsnog niet van ons over kunnen nemen en die je letterlijk broodnodig hebt in een concurrerende (arbeids)markt.
Misschien hebben we er hiermee meteen één te pakken. Zou jij hardop de stelling durven verdedigen dat het belang van creativiteit zwaar overschat wordt? Wat verstaan we er eigenlijk onder? En hoe creatief kun je zijn binnen de heersende (bedrijfs)cultuur en haar (onuitgesproken) regels? Eerst maar eens de definitie van creativiteit:
Creativiteit wijst in het algemeen naar een vermogen om iets nieuws te scheppen. Een individu of groep toont creativiteit wanneer een nieuw concept of object wordt gemaakt, of wanneer een originele oplossing voor een probleem wordt gevonden.
Hoe vaak doe jij dat?
Misschien doe je dat wel heel vaak. Zeker als je een ‘creatief beroep’ hebt. Maar… krijg je het er ook doorheen? Komt het aan? Gaan mensen er enthousiast in mee? Of loop je te ver op de troepen vooruit? Heb je briljante oplossingen voor zaken die niet als een probleem gezien worden? Over dat laatste struikelen nogal wat wannabe ondernemers.
Wat zijn de negatieve kanten van creativiteit? Daar had Google niet zomaar een antwoord op. ‘Niet erg praktisch’, lees ik ergens. Ik moet denken aan de dingen die we zeggen omdat ze sociaal wenselijk zijn, terwijl we er eigenlijk niet in geloven of er niks mee te maken willen hebben. We zeggen dat we creativiteit belangrijk vinden, maar ondertussen…
Inside the box – people actually don’t like creativity
We are raised to appreciate the accomplishments of inventors and thinkers – creative people whose ideas have transformed our world. We celebrate the famously imaginative, the greatest artists and innovators from Van Gogh to Steve Jobs.
Viewing the world creatively is supposed to be an asset, even a virtue. Online job boards burst with ads recruiting “idea people” and “out of the box” thinkers.
We are taught that our own creativity will be celebrated as well and that if we have good ideas, we will succeed. It’s all a lie.
This is the thing about creativity that is rarely acknowledged: Most people don’t actually like it. Studies confirm what many creative people have suspected all along: people are biased against creative thinking, despite all of their insistence otherwise.
De angstige aversie tegen onzekerheid, de behoefte aan conflictvermijding, het voelen van de sociale druk om je te conformeren, het Nederlandse ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ – ze staan allemaal op uiterst gespannen voet met creativiteit. Het gemak van de conformistische route lonkt verleidelijk prettiger dan de onrust van de rebelse weg.
Alledaagse ideeën worden veel sneller geaccepteerd dan de wonderbaarlijke exemplaren. Overal en van jongs af aan. Ook op plekken waar leren voorop staat: scholen. Leerkrachten hebben een duidelijke voorkeur voor gehoorzame kinderen die gewoon doen wat er van ze gevraagd wordt. En gestandaardiseerde testen kaderen ook zo lekker in.
De conformiteitsdruk overleven en ongevoelig zijn voor sociale druk
Dat is wat creatieve doorzetters met elkaar gemeen hebben. Wat een enorme bewuste inspanning vergt en een intens commitment. Zonder succesgaranties vooraf. Al kan creativiteit soms zeer de moeite waard zijn, we willen toch vooral gelukkig zijn. Met zo min mogelijk moeite. Die instelling leent zich niet zo goed voor de creativiteit randvoorwaarden.
Er wordt wat afgepraat en geschreven over het belang van onderscheidend vermogen. Maar écht erg opvallend anders zijn en doen, is toch een ander verhaal. Soms is dat maar goed ook of in ieder geval te begrijpen. Want om te overleven moet je rekening houden met de omgeving waarbinnen je functioneert. Waarbij de markt meer bepaalt dan je misschien lief is:
The #1 company-killer is lack of market.
When a great team meets a lousy market, market wins.
When a lousy team meets a great market, market wins.
When a great team meets a great market, something special happens.You can obviously screw up a great market – and that has been done, and not infrequently – but assuming the team is baseline competent and the product is fundamentally acceptable, a great market will tend to equal success and a poor market will tend to equal failure. Market matters most. And neither a stellar team nor a fantastic product will redeem a bad market.
The only thing that matters is getting to product/market fit. You can always feel when product/market fit isn’t happening. The customers aren’t quite getting value out of the product, word of mouth isn’t spreading, usage isn’t growing that fast, press reviews are kind of “blah”, the sales cycle takes too long, and lots of deals never close.
Daar zit je dan lekker creatief en andersdenkend te zijn…
Het gaat echter om waar deze blog mee begon. Je eigen conformisme ontdekken en uitdagen. Het onbespreekbare in je eigen hoofd bespreekbaar maken om zo tot (kleine) vernieuwende ideeën te komen. De ondernemersles die ik vorig jaar geleerd heb, komt weer naar boven: passie is prima bedrijfsmotor brandstof, maar het is niet de motor.
De concrete, relevante, praktische én rendabele vertaalslag van je idealen naar de dagelijkse praktijk – dat is een grootse (volhouders) ‘kunst’. Dus laat ik vooral eigen taboes onderzoeken. Wat vind ik zelf onbespreekbaar en waarom? Wat zou er gebeuren als ik het diametraal tegenovergestelde durf te overdenken? Alles durven denken en niet alles hoeven zeggen.
@bofkont2010 zegt
RT @PatrickMundus: “Het onbespreekbare in je eigen hoofd bespreekbaar maken om tot vernieuwende ideeën te komen” ~ http://t.co/lPd93FRg92 v…
Agnes zegt
Mooie uiteenzetting. Om nog even op die scholen terug te komen, in creatieve studies gaan ze juist helemaal aan de andere (ongehoorzame) kant zitten wat op zich goed is om je creatief vermogen op te rekken anderzijds mis ik hier een soort van ‘overview’, dat mag je uitzoeken als je eenmaal ‘de markt op gaat’. En daar sta je dan inderdaad met je goede ideeën. Het zit meer in de kleine ideeën of je moet al zo vol vertrouwen en enorm veel doorzettingsvermogen hebben wil je voor iets radicaal anders gaan, dat moet je maar kunnen.
Sonja van Vuren zegt
Nou, da’s weer het andere uiterste zeg. Zinvolle aanvulling, je reactie, Agnes.
Gelijkgestemden onder elkaar is inderdaad iets anders dan ‘what’s out there’. Van onder de warme deken de koude gracht in. Zoiets. Enige begeleiding daarbij of het afdoende onderhouden van realiteitszin, bereid je daar veel beter op voor.
Er zijn heel weinig mensen die voor dat echt radicale kunnen gaan, zonder garantie dat ze zichzelf (en een eventueel gezin) daarmee kunnen onderhouden. Een combinatie van talent, aanleg, persoonlijkheid, opvoeding en (toevallige) omstandigheden…
Uiteindelijk heb je waarschijnlijk meer aan een goed uitgevoerd, matig idee, dan een briljant plan wat niet of slecht uitgevoerd wordt. Laat ons maar wat kleinschaliger schuiven he. 😉
Agnes Swart (@Dagnespresso) zegt
RT @sonjavanvuren: Nadenken over wat onbespreekbaar is… Denk daar maar eens over na, ja. http://t.co/BWd1juoLV2 [nieuwe blog]
petepel zegt
Niet lang geleden las ik een artikel over disruptieve innovatie in de Groene Amsterdammer en ik moest denken aan een taboe dat daar aangesneden werd met betrekking tot de klant. Volgens mij is het vloeken in de kerk wanneer je de klant niet als uitgangspunt (als koning) neemt in je bedrijfsplannen, maar bij disruptieve innovatie is dat nu juist wat op de helling komt te staan:
“De term disruptieve innovatie is afkomstig van de Amerikaanse hoogleraar bedrijfskunde Clayton Christensen, die in zijn boek The Innovators Paradox een lastig dilemma beschreef. Je luistert naar je klant en denkt hem te kennen. Daardoor verkijk je je op nieuwkomers die, met behulp van een nieuwe aanpak, met een goedkoop maar ondermaats product op de markt komen. Mijn klant wil kwaliteit, denk je. Maar dat is een vergissing. De meeste mensen zijn gevoelig voor voordeeltjes en geven nieuwkomers het voordeel van de twijfel. Tegen de tijd dat je dit bemerkt, is het te laat. Jouw trage reactie gaf de nieuwe concurrent de gelegenheid zijn alternatief te perfectioneren en op te schalen. De wrange les van Christensen luidt dan ook: luister niet naar wat je klant zegt, maar zorg dat je innoveert.”
Hier de link naar het hele artikel => https://www.groene.nl/artikel/ontwrichten-voor-de-vooruitgang
Mooi en helder stuk, Sonja. Lijkt me een interessant boek van Paul Graham.
Sonja van Vuren zegt
Veel over gehoord en gelezen, maar dit artikel kende ik nog niet. Dankjewel, Peter, ga ik lezen!
Wat je schrijft doet me denken aan een ander stuk wat ik onlangs gelezen heb: ‘Klanttevredenheid heeft nauwelijks relatie met loyaliteit’ – http://www.mt.nl/332/87111/business/klanttevredenheid-heeft-nauwelijks-relatie-met-loyaliteit.html
“Het gaat erom dat je klant jouw geleverde waarde relevant vindt voor de toekomst. Die relevante waarde die je klant zoekt, is de sleutel voor klantbehoud. En dus moet je niet de tevredenheid van de klant meten, maar: hoe relevant zijn wij in de optiek van de klant voor zijn of haar toekomst? Dit is namelijk de beste voorspeller voor behoud van een klant.”
Ik denk dat je vooral naar marktsegmenten moet kijken en luisteren en minder naar individuele klanten. Hoe beter je je klant kent of denkt te kennen, hoe nauwer je blik ongemerkt wordt. Terwijl je toegevoegde waarde als externe partij waarschijnlijk juist is dat je in staat bent net zo te kunnen kijken als hún klanten. In de eigen koker zitten je klanten al, daar moet jij niet ook nog eens bij gaan zitten. 😉
Judith van Barlingen (@JudithBarlingen) zegt
‘Daar zit je dan lekker creatief en andersdenkend te zijn…’ Weer een blog om over na te denken van @sonjavanvuren http://t.co/DZWPXTIEFs
@vanDalenAnne zegt
Lees-, denk- en doe-tip. RT “@sonjavanvuren: M’n eigen conformisme ontdekken en uitdagen. Lastig. http://t.co/jFzBHaLQch [blog]”
Tessa Wiegerinck (@TessaWiegerinck) zegt
RT @sonjavanvuren: Het onbespreekbare in je eigen hoofd bespreekbaar maken om zo tot (kleine) vernieuwende ideeën te komen…